Titel: Rolpaard
Trefwoord: Periode onderwerp: Eind 16e eeuw Object: Afmeting: 43 x 115 x 85 cm, met wielen 68 x 121 x 85 cm Bron: 115 (object), De Nederlandse Oostzeehandel in de periode 1600-1850, ROB/NISA, Lelystad Copyright: ROB/NISA; Voor informatie: Koninklijke Bibliotheek.
Rolpaard of affuit, opgedoken uit het wrak met de werknaam Scheurrak SO1. Kanonnen werden op rolpaarden gezet waardoor deze makkelijker verplaatsbaar en hanteerbaar werden. Opvallend aan dit rolpaard is dat het drie in plaats van de gebruikelijke vier wielen heeft.
Het Rolpaard. Constructie
An eighteenth century drawing of a typical naval gun and its truck carriage. Weapons of this type were a mainstay of naval warfare from the introduction of gunpowder until well into the nineteenth century.
kannonen en dekbeslag voor het geschut
Een rolpaard met kanon kon met twee stellen talies, één stel verbonden naar achteren aan het dek, het andere stel naar voren verbonden aan de scheepswand, heen en weer worden gehaald. Een derde touw van vaste lengte, soms wel 10 cm dik, de 'broeking', was achterlangs het kanon en aan weerszijden aan de scheepswand bevestigd.
De kanonnen uit die tijd waren voorladers, en dat bracht een hoop werk met zich mee, dat soms, om snelheid te winnen, hangend buiten het schip werd uitgevoerd. Een vuurcyclus van een kanon begon met het aan twee talies naar binnen halen van het rolpaard, door vier man. Daarna werd de loop van binnen schoongemaakt door één man met een krabber en een pompstok. Een tweede man opende met een prikker of een boor het ontsteekkanaal. Nummer drie gebruikte de kogelmaat of de kogel niet te groot of te klein was. Daarna werd de kruitlading, de kardoes of cartouche, gehaald door de kruitloper in de kruitkamer onder-achterin het schip, met een koperen of houten lepel ingevoerd, een papieren of katoenen prop en vervolgens de kogel werden eraan toegevoegd, en het geheel werd afgesloten door een prop van papier of katoenspinsel, om te voorkomen dat de kogel uit de loop rolt. Met een stamper werd het geheel gefixeerd.
Dan werd met een tweede stel talies het samenstel tegen de scheepswand strak gezet, maar niet gefixeerd, in de juiste horizontale richting. Daartoe diende de ronde stootrand en een koevoet. De verticale richting, de elevatie werd ingesteld met één of twee zware houten wiggen tussen het achtereinde (kulas) en de bodem van het rolpaard. Daarna werd het ontsteekkanaal volgegoten met een beetje kruit. Nadat iedereen afstand nam werd de lont ontstoken en afgeteld.
Het derde touw, de broeking, was zo lang dat het bij het schot de daarbij optredende terugstoot de terugloop van het rolpaard kon opvangen, zonder dat het bedienende personeel in gevaar kwam.
Een rolpaard met kanon kon met twee stellen talies, één stel verbonden naar achteren aan het dek, het andere stel naar voren verbonden aan de scheepswand, heen en weer worden gehaald. Een derde touw van vaste lengte, soms wel 10 cm dik, de 'broeking', was achterlangs het kanon en aan weerszijden aan de scheepswand bevestigd.
De kanonnen uit die tijd waren voorladers, en dat bracht een hoop werk met zich mee, dat soms, om snelheid te winnen, hangend buiten het schip werd uitgevoerd. Een vuurcyclus van een kanon begon met het aan twee talies naar binnen halen van het rolpaard, door vier man. Daarna werd de loop van binnen schoongemaakt door één man met een krabber en een pompstok. Een tweede man opende met een prikker of een boor het ontsteekkanaal. Nummer drie gebruikte de kogelmaat of de kogel niet te groot of te klein was. Daarna werd de kruitlading, de kardoes of cartouche, gehaald door de kruitloper in de kruitkamer onder-achterin het schip, met een koperen of houten lepel ingevoerd, een papieren of katoenen prop en vervolgens de kogel werden eraan toegevoegd, en het geheel werd afgesloten door een prop van papier of katoenspinsel, om te voorkomen dat de kogel uit de loop rolt. Met een stamper werd het geheel gefixeerd.
Dan werd met een tweede stel talies het samenstel tegen de scheepswand strak gezet, maar niet gefixeerd, in de juiste horizontale richting. Daartoe diende de ronde stootrand en een koevoet. De verticale richting, de elevatie werd ingesteld met één of twee zware houten wiggen tussen het achtereinde (kulas) en de bodem van het rolpaard. Daarna werd het ontsteekkanaal volgegoten met een beetje kruit. Nadat iedereen afstand nam werd de lont ontstoken en afgeteld.
Het derde touw, de broeking, was zo lang dat het bij het schot de daarbij optredende terugstoot de terugloop van het rolpaard kon opvangen, zonder dat het bedienende personeel in gevaar kwam.
Het ronde gat in het rolpaard.... functie
Ook kanons werden vroeger voorzien van tuigwerk. In de eerste plaats om zo’n lomp kanon handelbaar te houden en in de tweede plaats om te voorkomen dat een kanon alle kanten op vliegt als gevolg van de terugslag nadat deze een kogel heeft afgeschoten.
Een kanon werd door middel van een broeking, een dik touw, vastgemaakt aan de verschansing. Dit touw zorgt ervoor dat de kanon op zijn plek blijft na het afschieten. De broeking werd door het rolpaard gevoerd. Ook werd het kanon met de broeking vastgezet als het kanon niet in gebruik was. Het kanon werd met de broeking vastgesjord aan het dek. In latere tijden kwam de broeking met een lus om de knop om het achtereind van de loop.
Een kanon werd door middel van een broeking, een dik touw, vastgemaakt aan de verschansing. Dit touw zorgt ervoor dat de kanon op zijn plek blijft na het afschieten. De broeking werd door het rolpaard gevoerd. Ook werd het kanon met de broeking vastgezet als het kanon niet in gebruik was. Het kanon werd met de broeking vastgesjord aan het dek. In latere tijden kwam de broeking met een lus om de knop om het achtereind van de loop.
Titel(s) Rolpaard van het kanon van familie Reygersberg
Plaats vervaardiging Nederlanden Datering 1678
Materiaal en Techniek Materiaal eikenhout beslag: ijzer
Afmetingen h 47 CM × b 51,5 CM × d 66,5 CM
Plaats vervaardiging Nederlanden Datering 1678
Materiaal en Techniek Materiaal eikenhout beslag: ijzer
Afmetingen h 47 CM × b 51,5 CM × d 66,5 CM
Aquarel P. Montalbeer, ca. 1800. Ontwerp van een baksinrichting voor vestinggeschut (kanon op rolpaard)
Het kanon is geplaatst op een rolpaard (voorste as voorzien van een blokkeersysteem) dat is geplaatst op een naar links of rechts verrijdbaar onderstel. Zij- en bovenaanzicht en een gehalveerde schematische versie van de naar rechts gebakste opstelling.
Het kanon is geplaatst op een rolpaard (voorste as voorzien van een blokkeersysteem) dat is geplaatst op een naar links of rechts verrijdbaar onderstel. Zij- en bovenaanzicht en een gehalveerde schematische versie van de naar rechts gebakste opstelling.